Succesvol resultaat

Het Incident and Emergency Centre (IEC) van de IAEA is op 6 juni begonnen met het ontvangen van stralingsmetingen uit de Exclusion Zone, die is ingesteld na het ongeluk in Tsjernobyl in 1986. Dit is het succesvolle resultaat van de inspanningen om zowel de geautomatiseerde verzameling van dergelijke gegevens te herstellen als de plaatselijke meetstations weer aan te sluiten op het International Radiation Monitoring Information System (IRMIS) van de IAEA. Het stralingsmonitoringsnetwerk in het gebied functioneerde echter niet meer op 24 februari, de eerste dag van het conflict toen Russische troepen de locatie Tsjernobyl bezetten en vijf weken lang in handen hielden alvorens zich op 31 maart terug te trekken. Ook de transmissie van veiligheidscontrolegegevens van de kerncentrale naar het IAEA-hoofdkwartier viel toen uit, maar werd vier weken geleden volledig hersteld.

Technisch advies

Vorige week hebben IAEA-deskundigen die het gebied bezochten hun collega’s van het Oekraïense hydrometeorologische centrum (UkrHMC) en de nationale regelgevende inspectiedienst voor kernenergie van Oekraïne (SNRIU) technisch advies gegeven toen zij trachtten de gegevensverzameling en de overdracht van de resultaten naar IRMIS, een webgebaseerd instrument voor het vrijwillig delen van stralingsinformatie met de IAEA en de deelnemende landen, te herstellen. De meeste van de 39 detectoren die gegevens verzenden vanuit de exclusieve zone – die zich uitstrekt over 30 kilometer rond de kerncentrale – zijn nu zichtbaar op de IRMIS-kaart en bijgewerkt zoals vóór de onderbreking, aldus directeur-generaal Grossi, die eraan toevoegde dat de tot dusver ontvangen metingen stralingsniveaus aangaven die in overeenstemming waren met de niveaus die vóór het conflict waren gemeten. Een doeltreffende stralingsmonitoring ter plaatse en elders behoort tot de zeven onontbeerlijke pijlers van nucleaire veiligheid en beveiliging die de directeur-generaal in het begin van het conflict heeft geschetst en waarvan er in de afgelopen maanden verschillende in het gedrang zijn gekomen. “De hervatting van de overdracht van stralingsgegevens vanuit de uitsluitingszone is een zeer positieve stap voorwaarts voor de nucleaire veiligheid en beveiliging in Oekraïne. Er komt een einde aan een lange periode van virtuele informatie-uitval die tot veel onzekerheid leidde over de stralingssituatie in het gebied, vooral toen het nog onder Russische bezetting was,” zei hij. “Ik feliciteer Oekraïne met deze belangrijke mijlpaal, die is bereikt met de hulp van de technische bijstand van de IAEA.

 Response and Assistance Network

Grossi heeft vanaf het begin van het conflict zijn ernstige bezorgdheid geuit over de veiligheid en beveiliging van de nucleaire installaties van Oekraïne en een uitgebreid bijstandsprogramma opgezet om Oekraïne te helpen het risico van een ernstig nucleair ongeval te verminderen. De IAEA heeft tot dusver drie gecombineerde veiligheids-, beveiligings- en veiligheidscontrolemissies naar Oekraïne gezonden, waarvan er twee persoonlijk werden geleid door de directeur-generaal. De IAEA heeft ook de door Oekraïne gevraagde uitrusting geleverd, waaronder verschillende soorten apparatuur voor stralingscontrole, en heeft opleiding en ander technisch advies verstrekt. Daarnaast coördineert de IAEA de internationale bijstand aan de nucleaire installaties en staatsentiteiten van Oekraïne via het algemene mechanisme van het Response and Assistance Network (RANET) van de Organisatie, waar landen hun capaciteiten kunnen registreren voor steun op gebieden die variëren van stralingsdosisbeoordelingen en decontaminatie tot beoordeling van en advies over nucleaire installaties, opsporing en terugwinning van radioactieve bronnen, en nog veel meer.

Hulp van lidstaten

Elf in RANET geregistreerde lidstaten van de IAEA hebben tot dusver aangeboden gespecialiseerde apparatuur aan Oekraïne te leveren, in antwoord op een uitgebreid verzoek om apparatuur die Oekraïne naar eigen zeggen nodig heeft voor de veilige en beveiligde werking van zijn nucleaire installaties. De lijst van Oekraïne, die eind april werd ingediend, bevatte onder meer stralingsmeters, beschermingsmateriaal, computerhulp, stroomvoorzieningssystemen en dieselgeneratoren. De IAEA heeft de lijst van Oekraïne nu geactualiseerd met nadere gegevens over de ontvangen aanbiedingen en de lopende voorbereidingen voor de aanschaf en levering van apparatuur, waarbij de nadruk ligt op het vaststellen van prioriteiten en het vermijden van doublures. De gewijzigde lijst is geplaatst op het Unified System for Information Exchange in Incidents and Emergencies (USIE) van de IAEA – een 24/7 beveiligd communicatiekanaal. “Ik ben zeer bemoedigd door de genereuze aanbiedingen in termen van uitrusting en extrabudgettaire bijdragen die we hebben ontvangen. Ik heb er alle vertrouwen in dat meer in RANET geregistreerde landen zich zullen melden en de hulp zullen bieden die Oekraïne heeft gevraagd en nodig heeft om het zeer reële gevaar van een nucleair incident te helpen voorkomen”, aldus Grossi.

Gevaar van raketten

Het land heeft de IAEA op 5 juni in kennis gesteld van een kruisraket die boven de kerncentrale van Zuid-Oekraïne vloog en daarmee de potentiële risico’s van Oekraïnes nucleaire installaties onderstreept. “Als een raket in de buurt van een kerncentrale verdwaalt, kan dit ernstige gevolgen hebben voor de fysieke integriteit van de centrale en mogelijk leiden tot een nucleair ongeval”, aldus de directeur-generaal, die daarmee herhaalt dat hij zich al eerder zorgen heeft gemaakt over dergelijke gebeurtenissen. Een van de zeven veiligheids- en beveiligingspijlers luidt dat “de fysieke integriteit van de installaties – of het nu gaat om reactoren, splijtstofbassins of opslagplaatsen voor radioactief afval – moet worden gehandhaafd”. Oekraïne vertelde de IAEA deze week ook, toen hem werd gevraagd naar de situatie met betrekking tot reserveonderdelen in de door Rusland gecontroleerde kerncentrale van Zaporizja (ZNPP), dat “bevoorradingsketens zijn verstoord of verloren zijn gegaan, en dat de voorraden verbruiksgoederen en reserveonderdelen tijdens de reparatie- en onderhoudsprocessen zijn verminderd”. Volgens de exploitant is in de ZNPP echter “een reserve van verbruiksgoederen en reserveonderdelen aangelegd om de nucleaire veiligheid te handhaven”, aldus Oekraïne. Een van de veiligheidspijlers vereist “ononderbroken logistieke bevoorradingsketens en vervoer naar en van de sites”.

Operationele reactoren

Wat de operationele reactoren van het land betreft, heeft Oekraïne de IAEA vandaag meegedeeld dat er momenteel acht op het net zijn aangesloten, waaronder twee in de ZNPP, drie in de Rivne NPP, twee in de Zuid-Oekraïne NPP en één in de Khmelnytskyy NPP. De zeven andere reactoren zijn stilgelegd voor regulier onderhoud of worden in reserve gehouden. De veiligheidssystemen in de vier kerncentrales blijven operationeel en de centrales beschikken nog steeds over off-site stroomvoorziening, aldus Oekraïne. Wat de veiligheidscontrole betreft, blijft de IAEA met de hulp van de exploitant technische pogingen ondernemen om de transmissie van veiligheidscontrolegegevens op afstand van de ZNPP naar het hoofdkwartier van de IAEA, die op 30 mei was stopgezet, te hervatten. De IAEA blijft veiligheidscontrolegegevens ontvangen van de systemen die zijn geïnstalleerd in de drie andere operationele kerncentrales in Oekraïne en van de kerncentrale van Tsjernobyl.