
Zicht op de reactorpool van de Hoge Flux Reactor in Petten. Fotocredit: ©NRG PALLAS
Wat is molybdeen-99?
Molybdeen-99, ook wel Mo-99 genoemd, is een radioactieve stof. Dat betekent dat het vanzelf uit elkaar valt en daarbij straling afgeeft. Molybdeen-99 komt niet in de natuur voor, maar wordt gemaakt in een kernreactor. Het is de ‘moederisotoop’ van technetium-99m (Tc-99m), een radioactieve stof die heel belangrijk is voor medische scans. Molybdeen-99 verandert vanzelf binnen een paar dagen in technetium-99m. Deze ‘dochter’ is eigenlijk de echte heldin in dit verhaal, want deze licht radioactieve stof gebruiken artsen om de binnenkant van het lichaam goed in beeld te brengen. Technetium-99m blijft maar kort actief, maar voldoende lang om na toediening scans te kunnen maken. Daarom is het handig dat het technetium-99m in het ziekenhuis zelf uit molybdeen-99 gehaald kan worden, met behulp van een apparaat dat een generator heet.
Toepassingen in de geneeskunde
Technetium-99m wordt gebruikt bij het maken van medische beelden van het lichaam. Het helpt artsen om goed te kunnen zien hoe organen werken. Zo kan het gebruikt worden om het hart, de nieren, de longen, de botten en andere delen van het lichaam te onderzoeken.
Stel je voor dat een arts wil weten of er wat met de doorbloeding van het hart is. Dan krijg je een kleine hoeveelheid technetium-99m ingespoten. Om te zorgen dat dit technetium-99m bij het hart aankomt, wordt het aan een molecuul gekoppeld, een zogenaamd dragermolecuul. Na het inspuiten in een ader van de patiënt reist de stof naar je hart en laat daar precies zien wat er aan de hand is. Zo kunnen artsen hartziekten, waaronder vernauwingen in de kransslagader, goed in beeld brengen. Een onderzoek start meestal 2 tot 4 uur na het inspuiten van de stof. Als je langer wacht, neemt de kracht van technetium-99m af en kan dit effect gaan hebben op de beeldkwaliteit. Aan de hand van deze scans wordt dan bepaald of verder onderzoek nodig is of dat een behandeling ingezet kan worden.

Productie en distributie
Molybdeen-99 wordt gemaakt in speciale kernreactoren. In Nederland gebeurt dat bijvoorbeeld bij NRG PALLAS. Daar worden aluminium plaatjes geladen met uranium bestraald. Door dit proces ontstaat molybdeen-99. Daarna wordt het gezuiverd en verpakt in generatoren. Deze generatoren worden snel naar ziekenhuizen over de hele wereld gebracht. In die generatoren verandert molybdeen-99 langzaam in technetium-99m. Elke dag kan een ziekenhuis dus een beetje van de licht radioactieve stof uit zo’n generator ‘oogsten’ om te gebruiken voor scans. Omdat technetium-99m zelf ook vervalt, is het belangrijk dat niet al te lang gewacht wordt met de verwerking hiervan.
Fotocredit: ©iStockphoto – praetorianphoto
Een kleine stof met groot effect
Zonder molybdeen-99 zouden veel onderzoeken en diagnoses niet mogelijk zijn. Het helpt artsen om ziektes vroeg op te sporen, zodat patiënten op tijd de juiste behandeling kunnen krijgen. Denk aan schildklierafwijkingen, hartproblemen of uitzaaiingen van kanker in de botten. Zo helpt molybdeen-99 elke dag duizenden mensen aan een betere diagnose en een betere toekomst. Molybdeen-99 is een onzichtbare, maar dus heel belangrijke stof in de gezondheidszorg. Een klein beetje straling met een groot effect.