Nucleaire Alliantie
De Franse minister voor Energietransitie, Agnès Pannier-Runacher, bracht op 16 mei haar collega’s uit de lidstaten van de Nucleaire Alliantie samen op het ministerie voor Energietransitie. In totaal waren 16 landen vertegenwoordigd. Naast het gastland waren België, Bulgarije, Kroatië, Estland, Finland, Hongarije, Nederland, Polen, Tsjechië, Roemenië, Slovenië, Slowakije en Zweden vertegenwoordigd, plus Italië met de status van waarnemer. Het Verenigd Koninkrijk was aanwezig als gastland. “De nucleaire alliantie is opgericht op initiatief van Frankrijk en heeft tot doel alle Europese landen bijeen te brengen die, naast hernieuwbare energiebronnen, een beroep willen doen op kernenergie voor hun energietransitie”, aldus het ministerie. Dit was de derde bijeenkomst van de alliantie, na de eerste bijeenkomst in Stockholm op 28 februari en de tweede in Brussel op 28 maart.
Foto: ©DenisLomme
Heropleving van nucleair
De besprekingen tijdens de bijeenkomst in Parijs waren gestructureerd rond twee rondetafelgesprekken: de eerste over hoe een onafhankelijke Europese nucleaire toeleveringsketen kan worden opgebouwd; de tweede over de behoeften die de heropleving van de Europese nucleaire industrie met zich meebrengt, met name op het gebied van vaardigheden en innovatie. Tijdens de bijeenkomst benadrukten de deelnemers de essentiële bijdrage van kernenergie, als aanvulling op hernieuwbare energie, om de Europese energieproductie koolstofvrij te maken en gezamenlijk uiterlijk in 2050 klimaatneutraliteit te bereiken. Zij bespraken dat Europa voor kernenergie en radio-isotopen steeds minder afhankelijk moet worden van Russische leveranciers en dat de continuïteit van de voorziening van nucleair materiaal, met name splijtstof, voor gebruik in en buiten de energiesector moet worden gewaarborgd. De deelnemers herhaalden het belang van samenwerking en samenwerking met de Commissie van de EU, en van ondersteuning van de doelstellingen van gelijkgezinde internationale inspanningen, zoals via de G7, om dit doel te bereiken door een sterke Europese nucleaire industrie tot stand te brengen.
Foto: Kerncentrale Borssele ©EPZ
Europees actieplan
Aan het eind van de bijeenkomst ondertekenden de lidstaten van de Nucleaire Alliantie een gezamenlijke verklaring waarin wordt opgeroepen tot een Europees actieplan om de samenwerking rond kernenergie te ontwikkelen, met name op het gebied van vaardigheden, innovatie, veiligheid, ontmanteling en afvalnormen. “Kernenergie kan tegen 2050 tot 150 GW aan elektriciteitscapaciteit leveren aan de Europese Unie (tegenover ongeveer 100 GW vandaag)”, aldus de verklaring. “Dit vertegenwoordigt het equivalent van 30 tot 45 nieuw te bouwen grote reactoren en kleine modulaire reactoren in de EU en dergelijke nieuwe projecten zouden er ook voor zorgen dat het huidige aandeel van 25% elektriciteitsproductie in de EU voor kernenergie behouden blijft.” Wat de impact op werkgelegenheid en groei betreft, verwacht de Europese nucleaire sector tegen 2050 in de EU 300.000 extra directe, indirecte en afgeleide banen te creëren. Rekening houdend met pensioneringen zou de kernenergiesector de komende 30 jaar meer dan 450.000 werknemers in de EU in dienst nemen, waaronder meer dan 200.000 hooggeschoolden.”
Pragmatisch en energieneutraal beleid
De ministers en de vertegenwoordigers op hoog niveau kwamen overeen “samen te werken aan een routekaart om hun samenwerking te verdiepen en de betrokkenheid van de Europese Unie op het gebied van kernenergie op gang te brengen”. Dit omvat “het bevorderen van betere voorwaarden voor de ontwikkeling en ontplooiing van nieuwe kernenergiecapaciteit in de EU, met inbegrip van een betere toegang tot financiering”. “Deze derde bijeenkomst van de lidstaten van de nucleaire alliantie heeft tot grote vooruitgang geleid”, aldus Pannier-Runacher. “Uit deze vergadering blijkt dat een steeds groter aantal lidstaten erkent dat als we onze economie op een duurzame en betaalbare manier koolstofvrij willen maken, de EU de ontwikkeling van zowel kernenergie als hernieuwbare energiebronnen moet ondersteunen”, aldus Yves Desbazeille, directeur-generaal van de in Brussel gevestigde brancheorganisatie Nucleareurope. “Er is te veel tijd verspild met het uitspelen van de ene technologie tegen de andere. De vraag naar koolstofarme elektriciteit zal de komende jaren naar verwachting enorm toenemen. Daarom moet de EU nu verdergaan met een pragmatisch en technologieneutraal beleid dat gericht is op het bereiken van onze doelstellingen: ontkoling, voorzieningszekerheid en betaalbaarheid.” Kernenergie produceert elektriciteit in 14 van de 27 EU-lidstaten en levert momenteel 25% van de Europese elektriciteit en 50% van de koolstofarme elektriciteit.
Foto: ©nucleareurope