Fotocredit: © Fortum

Definitieve berging van laag en middellaag radioactief afval

De permanente opslag werd in de jaren negentig gebouwd op een diepte van 110 meter op het eiland Hästholmen. De eerste bouwfase werd voltooid in 1997 en de faciliteit werd in 1998 in gebruik genomen. In 2010-2012 werd de faciliteit nog uitgebreid. De Finse regering heeft in april 1998 een vergunning verleend waardoor de faciliteit kan worden gebruikt voor de definitieve berging van laag en middellaag radioactief afval dat is ontstaan door de exploitatie van de twee eenheden van de Loviisa-centrale, alsmede voor de tijdelijke opslag van gebruikte kernbrandstof. De vergunning – geldig tot eind 2055 – voorzag ook in de definitieve berging van kleine hoeveelheden afval afkomstig van andere activiteiten dan de exploitatie van de Loviisa-centrale.

Vergunning

Fortum heeft in maart 2022 bij het ministerie van Economische Zaken en Werkgelegenheid (TEM) een aanvraag ingediend om beide Loviisa-eenheden tot eind 2050 te exploiteren. De huidige exploitatievergunningen verstrijken respectievelijk eind 2027 en 2030. De onderneming heeft ook een vergunning aangevraagd voor de exploitatie van de faciliteit voor de verwijdering van het laag en middelradioactief afval op de Loviisa-locatie tot 2090. De nieuwe vergunning, die de vorige vervangt, staat de verwijdering toe van maximaal 50.000 kubieke meter radioactief afval dat ontstaat bij de ontmanteling en ontmanteling van de Loviisa-centrale, naast maximaal 50.000 kubieke meter afval dat ontstaat bij de exploitatie ervan. De richtlijn staat ook de verwijdering toe van maximaal 2000 kubieke meter elders in Finland geproduceerd afval.

Ontmanteling

Het eerste afval dat niet van de Loviisa-locatie afkomstig is, is afkomstig van de ontmanteling van de onderzoeksreactor FiR 1 en het onderzoekslaboratorium voor radioactieve materialen van het VTT Technical Research Centre of Finland. Hoewel de nieuwe exploitatievergunning geldig is tot eind 2090, zal de exploitatie van de definitieve bergingsfaciliteit volgens de plannen eerder eindigen, uiterlijk in de jaren 2080. De opslagplaats zal dan tijdens de geldigheidsduur van de exploitatievergunning definitief worden gesloten zodra het radioactieve afval van de ontmanteling van de Loviisa-centrale erin is gestort.

Veilig

Fortum liet weten dat de bestaande opslagplaats zal worden uitgebreid “op zodanige wijze dat ook het radioactieve afval van de ontmanteling van de Loviisa-centrale erin kan worden ondergebracht”. De uitbreiding is gepland voor eind 2040, vóór de ontmanteling van de centrale”. In zijn beoordeling van de aanvraag van Fortum oordeelde het Zweedse Agentschap voor Stralingsbescherming (STUK) dat de veiligheidsstatus van de bergingsfaciliteit gunstig is, zowel wat betreft de operationele veiligheid als de veiligheid op lange termijn. STUK verklaarde in zijn besluit ook dat de onderneming over de nodige procedures en middelen beschikt om het veilige gebruik van de installatie voort te zetten. De in de Loviisa-centrale gegenereerde gebruikte splijtstof zal worden geborgen in de Posiva-opbergplaats voor gebruikte splijtstof, die gezamenlijk eigendom is van Fortum en TVO. Die opslagplaats is in aanbouw in Eurajoki, nabij de kerncentrale van Olkiluoto, en zal naar verwachting medio 2020 operationeel worden.

Loviisa-centrale

De Loviisa-centrale is de eerste kerncentrale in Finland. De centrale heeft twee eenheden: eenheid 1 is in februari 1977 in bedrijf genomen en eenheid 2 in november 1980. De exploitatievergunningen voor de eenheden werden verlengd in 1998 en 2007. De huidige exploitatievergunningen moeten eind 2027 en 2030 worden verlengd. De eenheden zijn drukwaterreactoren van het type VVER-440.

Loviisa kerncentrale – Fotocredit: © Fortum