Geen veiligheidsproblemen in Japanse kerncentrales na aardbeving in Fukushima

Een krachtige aardbeving voor de oostkust van Japan, waarbij vier mensen omkwamen, heeft geen veiligheidsproblemen veroorzaakt in de drie kerncentrales in het gebied. Hieronder valt ook Fukushima-Daiichi, de plaats van het ongeval in 2011, dit vertelde de Nuclear Regulation Authority van het land donderdag aan de Internationale Organisatie voor Atoomenergie (IAEA).

De NRA zei dat er na de beving met een kracht van 7,3 in sommige kerncentrales "tekortkomingen" waren geconstateerd en dat de exploitanten die aan het verhelpen waren. Op donderdag 17 maart, om 13.30 uur plaatselijke tijd, waren er volgens de NRA geen meldingen van problemen die aanleiding gaven tot bezorgdheid over de veiligheid van de nucleaire sites in de regio. De NRA heeft de IAEA eerder laten weten dat de aardbeving geen verhoogde stralingsniveaus in de centrales had veroorzaakt.

Aardbeving van 7,3

De aardbeving trof de kust van Japan op 16 maart kort voor middernacht lokale tijd en was krachtig genoeg om enkele van de honderden seismisch gekwalificeerde tanks waar behandeld water is opgeslagen als gevolg van het ongeluk in Fukushima-Daiichi in 2011 tussen de twee en tien centimeter te verplaatsen, maar er was geen sprake van lekkage, aldus de NRA. Japan is van plan om het behandelde water in zee te lozen in het kader van een in april 2021 aangekondigd beleid.

Koelpomp

Eveneens in Fukushima-Daiichi, waarvan de zes reactoreenheden permanent zijn stilgelegd, is een koelpomp in het bassin voor verbruikte splijtstof van reactoreenheid 5 tijdelijk gestopt met werken, maar is later weer gaan werken en de koelfuncties op de locatie worden gehandhaafd, aldus de regelgevende instantie. Er was geen schade in de kerncentrale van Onagawa, zei de NRA eerder. In de kerncentrale Fukushima-Daiini, die momenteel wordt ontmanteld, hebben de pompen van het verbruikte splijtstofbassin in de reactoreenheden 1 en 3 een tijd stilgelegen, maar werken ze nu weer volledig.